Meer nieuws


Archief

Auteur: danielle | Geplaatst op: 05 december 2022

Meer zeggenschap voor zorgverleners




Op 1 november is de Eerste Kamer akkoord gegaan met het initiatiefwetsvoorstel van Tielen (VVD) en Ellemeet (GroenLinks) dat zorgverleners meer wettelijke mogelijkheden biedt voor inspraak in het beleid van zorgaanbieders.
Met de nieuwe wet in de hand kunnen zorgverleners zelf binnen hun organisatie aan de slag om invloed te claimen op het beleid. Praktijk- en optiekhouders moeten medewerkers die zorg verlenen betrekken bij beslissingen over zorginhoudelijk beleid. De wet zal op 1 juli 2023 in werking treden.

De wet wijzigt artikel 3 van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). Met deze wijziging valt onder het begrip ‘goede zorg’ ook de invloed van zorgverleners op het primaire proces van zorgverlening en zorginhoudelijk beleid van de organisatie. Het uitgangspunt van deze wijziging is dat binnen zorgorganisaties niks over de vakinhoud en beroepsontwikkeling van de zorgverlener wordt besloten, zonder deze daarbij te betrekken.
 

Voor welke zorgverleners en zorgorganisaties geldt de wet?

In de behandeling en publiciteit lag het accent op verpleegkundigen en verzorgenden, omdat daar naar het idee van de initiatiefnemers en andere politici de zeggenschap het meeste achterblijft. De wet is echter van toepassing op alle zorgverleners, die deelnemen aan het primaire proces van zorgverlening. Daarbij maakt het niet uit op welke juridische basis zij werkzaam zijn, een arbeidsovereenkomst, overeenkomst van opdracht, detachering of anderszins.
De verplichting om zorgverleners invloed te geven op het proces van zorgverlening en het zorginhoudelijk beleid van de organisatie geldt niet alleen voor grote zorgaanbieders, zoals ziekenhuizen of revalidatiecentra, maar ook voor kleine zorgorganisaties en praktijken.
 

Wat betekent dit voor optometristen?

Optometristen die in loondienst of als opdrachtnemer werken in de eerste, tweede of derde lijn, krijgen door deze wet het recht om invloed uit te oefenen op proces van zorgverlening en zorginhoudelijk beleid van de organisatie.
Voor optometristen die optiek- of praktijkhouder zijn, betekent de wet dat zij medewerkers die zorg verlenen moeten betrekken bij beslissingen over processen en het zorginhoudelijk beleid.
De wet is niet van belang voor optometristen die optiekhouder of praktijkhouder zijn en als enige zorg verlenen in hun praktijk of optiekzaak. Werkt er bijvoorbeeld een opticien of contactlensspecialist in de zaak die (soms) bij de uitvoering behandelingsovereenkomst betrokken is, dan kunnen zij ook gezien worden als zorgverleners[1].
 
Niet Wkkgz- praktijken
Als een optometrist in een optiekzaak alleen oogmetingen verricht in het kader van het aanmeten van brillen, is de Wkkgz in beginsel niet van toepassing en daarmee ook niet de nieuwe wettelijke regeling. In het OVN-standpunt Scheidslijn Wkkgz-zorg optometrist kun je lezen welke factoren van belang zijn om te bepalen of de Wkkgz wel of niet geldt.
 

Uitwerking in de praktijk

De wetgever heeft gekozen voor een open norm. De wijze waarop zorgverleners op de beslissingen van zorgaanbieders invloed uitoefenen, zal voor grote en kleine zorgorganisaties verschillen. Zo is in grotere organisaties, zoals ziekenhuizen, de inspraak van zorgverleners meestal al geformaliseerd. De nieuwe wet kan binnen de bestaande structuren worden gebruikt.
 
In kleine organisaties vindt er vaak op informele wijze afstemming plaats over de wijze van zorgverlening en het zorginhoudelijk beleid. Dit geldt in het bijzonder voor kleine eerstelijns zorgaanbieders, waar vaak helemaal geen sprake is van een managementlaag of een directie. De praktijkhouder is vaak zelf een zorgverlener die al veel afstemt met het overige personeel. Als binnen kleine eerstelijns instellingen, formeel of informeel, al sprake is van invloed van de zorgverleners op het zorginhoudelijk beleid, dan volstaat dat volgens de wetgever. Het is aan de IGJ om op een kwalitatieve wijze te toetsen of de zorgverleners binnen kleine instellingen zich voldoende gehoord voelen. Dit kan in een gesprek tussen de IGJ en de zorgaanbieder, waardoor er geen extra administratie bijgehouden hoeft te worden
 

Aanbevelingen OVN

  1. Aan optometristen, die als zorgverlener werkzaam zijn in een grotere zorgorganisatie:
Vorm
Bespreek in het team hoe de nieuwe regeling te gebruiken om (meer) invloed op processen en het inhoudelijke beleid te kunnen krijgen. En ga na of bestaande vormen voor inspraak hier al voldoende in voorzien en zo nee, wat hiervoor georganiseerd moet worden.
Inhoud
Bespreek de onderwerpen, die van belang zijn voor het verlenen van goede zorg. Denk hierbij zowel aan randvoorwaarden, zoals werkafspraken over taakverdeling en taakdelegatie, als hulpmiddelen zoals informatiebrochures voor patiënten, en het beleid bij bepaalde type oogklachten. Maak hiervoor eventueel gebruik van documenten van de OVN, zoals richtlijnen en standaarden of AVG-hulpmiddelen.
 
  1. Aan optometristen, die optiekhouder of praktijkhouder zijn met zorgverleners én optometristen, die als zorgverlener werkzaam zijn in eerste lijn:
Vorm
Ga na in hoeverre de bestaande vormen van overleg geschikt zijn voor de inspraak van optometristen (en andere zorgverleners) in beslissingen over processen en het zorginhoudelijk beleid.  En maak zo nodig afspraken over andere vormen.
Inhoud
Bespreek de onderwerpen, die van belang zijn voor het verlenen van goede zorg. Denk hierbij zowel aan randvoorwaarden, zoals werkafspraken over taakverdeling en achterwachtregeling, als hulpmiddelen zoals informatiebrochures voor patiënten, en het beleid bij bepaalde type oogklachten. Maak hiervoor eventueel gebruik van documenten van de OVN, zoals richtlijnen en standaarden of AVG-hulpmiddelen.
 
 
 
 
 
 
 
 
[1] Vanuit kwaliteitsperspectief is het verstandig er vanuit te gaan dat de opticien/contactlensspecialist zorgverlener is, als deze betrokken is bij de uitvoering van de behandelingsovereenkomst. Vanuit privacy overwegingen (AVG) is het safe er vanuit te gaan dat dit niet het geval is.