Afkortingen oogzorg

Afkortingenlijst oogzorg


Bevindingen uit een optometrisch/oogheelkundig onderzoek worden vaak middels afkortingen, acroniemen en symbolen beschreven. Er is geen vaste lijst die in alle oogzorgpraktijken gebruikt wordt. De OVN raadt optometristen aan om zoveel mogelijk gebruik te maken van de afkortingen, acroniemen en symbolen die reeds gebruikt worden in de oogzorg. Deze zijn gebundeld in de afkortingenlijst die in 2011 als boekje is uitgegeven door de TOA-vereniging (TOA, technisch oogheelkundig assistent). Het boekje is samengesteld door Gabrielle Janssen, optometrist (destijds VUMC), Gertruud Boerma, TOA (destijds Kliniek OMC Haarlem), Hans Klaver, oogarts (destijds Kliniek OMC Haarlem), Jacqueline Mees ten Oever, TOA (destijds OLVG Amsterdam) en Mirjam van Tilborg, optometrist en docent (Hogeschool Utrecht). 
Bekijk hier afkortingenlijst.
 

Afstemming directe collega's over patiëntendossier

De OVN raadt optometristen aan om duidelijk af te stemmen met directe collega’s welke afkortingen, acroniemen en symbolen gebruikt worden in het patiëntendossier. Indien, na toestemming van of op verzoek van de patiënt, het dossier naar een andere praktijk gestuurd wordt, dan is het zinvol om als bijlage een overzicht te geven van de meest gebruikte afkortingen en symbolen in uw praktijk (zie voorbeeld).
 

Geen afkortingen in medische correspondentie

In medische correspondentie aan huisartsen, oogartsen, orthoptisten en andere zorgverleners is het niet aan te raden om afkortingen en symbolen te gebruiken. Schrijf termen voluit, tenzij het afkortingen betreffen die zeker bekend zullen zijn bij de geadresseerde (b.v. OD en OS).