Gezichtsveldonderzoek

Gezichtsveldonderzoek

Het hele gebied dat we met één oog kunnen overzien noemen we het gezichtsveld. Een heel aantal aandoeningen kan afwijkingen in het gezichtsveld geven. Bijvoorbeeld glaucoom. Om eventuele uitval in het gezichtsveld op te sporen kan de optometrist een gezichtsveldonderzoek doen. Door regelmatig dit onderzoek opnieuw uit te voeren tijdens controles, kan de optometrist bepalen of de aandoening hetzelfde blijft, of dat er verbetering of verslechtering is.
Er zijn verschillende manieren om het gezichtsveld te onderzoeken. Mogelijk heeft de optometrist vooraf al een grove bepaling gedaan door je te vragen één oog af te dekken en te vertellen wat je ziet. De optometrist zal dan handen en vingers opsteken en vragen stellen.
 
De optometrist kan ook een apparaat gebruiken om het gezichtsveld verder te onderzoeken en uitval in het gezichtsveld op te sporen of vast te leggen. Je kijkt dan in een apparaat en krijgt een drukknopje in de hand. Als je een stipje of vierkantje ziet, moet je op het knopje drukken. De stipjes/vierkantjes verschillen in lichtintensiteit. Gaandeweg wordt het hele gezichtsveld onderzocht. Zo ontstaat een beeld van wat je wel en niet kan zien.