Refractieafwijkingen
Een oog zonder refractieafwijkingen (emmetroop)
Om scherp te kunnen zien is het nodig dat lichtstralen die het oog binnenkomen, precies op het netvlies samenvallen. We spreken van een emmetroop oog als het oog bij het in de verte kijken de binnenkomende lichtstralen zo kan breken dat het beeld precies op het netvlies valt. In de verte is verder dan zes meter. Een emmetroop oog heeft dan geen brekingsafwijking (refractieafwijking) en dus geen brilsterkte nodig.Voor het kijken dichtbij moet ook een emmetroop oog accommoderen. Als we dichtbij kijken, vallen binnenkomende lichtstralen namelijk niet samen op het netvlies, maar achter het netvlies. Het beeld is dan niet direct scherp en daarom spannen spieren in het oog zich in om het beeld toch scherp op het netvlies af te beelden (accommoderen). De oogspieren zorgen dan dat onze ooglens boller wordt, de inkomende lichtstralen sterker afbuigen en wel precies op het netvlies samenvallen.
Breking of sterkte
De sterkte of het brekend vermogen van een lens zegt iets over de mate waarin een lens lichtstralen kan afbuigen. De sterkte van een lens wordt uitgedrukt in dioptrie (D). Het hoornvlies is het sterkst brekende deel van het oog, met gemiddeld tussen de 40 en 45 dioptrieën. De ooglens heeft gemiddeld een breking tussen de 20 en 22 dioptrieën.Refractieafwijkingen
Bij een refractieafwijking (brekingsafwijking) kan het oog zelf het invallende licht niet goed genoeg breken om het beeld van een voorwerp precies en scherp op het netvlies te laten vallen. De refractieafwijking kan in één of beide ogen zitten. De belangrijkste oorzaken van een refractieafwijking zijn:- Een te zwak of te sterk brekend vermogen van het hoornvlies en/of de ooglens.
- Een te kort of te lang oog.
Er zijn verschillende soorten refractieafwijkingen:
- Bijziendheid (myopie)
- Verziendheid (hypermetropie)
- Cilinderafwijking (astigmatisme)
- Ouderdomsverziendheid (presbyopie)