Cilinderafwijking (astigmatisme)

Cilinderafwijking (Astigmatisme)

Om scherp te kunnen zien is het nodig dat lichtstralen die het oog binnenkomen, precies op het netvlies samenvallen. Bij astigmatisme is de lichtbreking in het oog in de ene richting anders dan in de andere richting. Dit levert een onscherp beeld op. Meestal heeft dit te maken met de vorm van het hoornvlies, of soms de ooglens. De kromming van het hoornvlies is dan niet precies bolvormig, zoals een voetbal, maar meer ovaalvorming zoals een rugbybal.
Als het hoornvlies niet bolvormig is, breekt het licht niet van alle kanten in dezelfde hoek maar in verschillende richtingen. Er ontstaan dan twee brandpunten, dus twee punten waar de binnenkomende lichtstralen samenvallen. Hiervan kan er bijvoorbeeld één voor het netvlies vallen en één erachter. Vaak gaat astigmatisme gepaard met bijziendheid of verziendheid.
 

Hoe herken je het?

Bij een cilinderafwijking kun je wazig zien, moeite hebben met zien veraf en dichtbij en het gevoel hebben dat je niet goed kan focussen.
 

Leeftijd en risicofactoren

Het vermoeden is dat erfelijkheid een rol speelt bij het ontstaan van een cilinderafwijking. De afwijking kan toenemen en daarom krijgen veel mensen pas op latere leeftijd klachten. Een ernstige verwonding aan het hoornvlies kan ook een cilinderafwijking veroorzaken. De aandoening keratoconus kan ook tot een cilinderafwijking leiden.
 

Wat kan de optometrist doen

De optometrist kan je ogen onderzoeken om vast te stellen of je een cilinderafwijking hebt. Gaat het om kinderen onder de 8 jaar dan zal de orthoptist het onderzoek uitvoeren.
Als er sprake is van een cilinderafwijking, dan kan de optometrist een voorschrift geven voor brillenglazen of contactlenzen of deze voor je aanmeten.
 
Als een operatie wordt overwogen om de refractieafwijking te corrigeren, dan kan de optometrist je adviseren en verwijzen naar een gecertificeerde refractiechirurg.