Adviseren en aanmeten Low Vision hulpmiddelen

Adviseren en aanmeten Low Vision hulpmiddelen

Iemand is slechtziend als hij of zij ondanks een bril of contactlenzen van optimale sterkte de dagelijkse dingen niet meer gewoon kan doen. Bijvoorbeeld de deelname aan het verkeer of het lezen van de krant. Voor slechtziendheid wordt vaak de term ‘Low Vision’ gebruikt.
 
Bij slechtziendheid is het essentieel om naar een optometrist te gaan. Tijdens een zogenoemd ‘Low Vision onderzoek’ zal de optometrist eerst een aantal vragen stellen. Waar heb je door je slechtziendheid moeite mee gekregen? Wat zou je graag weer willen doen? Gebruik je al hulpmiddelen en hoe zijn je ervaringen hiermee? Vervolgens zal de optometrist een aantal metingen verrichten. Bijvoorbeeld een gezichtsscherptebepaling, een brilmeting (refractie) en een leesproef. Aanvullend kan nog een contrastmeting, kleurzientest of een gezichtsveldonderzoek gedaan worden. Al deze onderdelen zijn bepalend voor een goed advies over hulpmiddelen.
 
Er zijn diverse hulpmiddelen mogelijk, zoals loepen, loepbrillen, telescoopbrillen en elektronische hulpmiddelen. Het kenmerk van deze hulpmiddelen is dat ze vergroten. Je kunt er niet scherper door zien, maar het vergemakkelijkt het zien bij bepaalde taken of maakt bepaalde activiteiten weer mogelijk. Er bestaat geen universeel hulpmiddel dat je de hele dag kunt dragen (zoals een gewone bril) waarmee alle problemen worden opgelost. Vaak zoekt de optometrist daarom een combinatie van hulpmiddelen die past bij jouw situatie.
 
Het is belangrijk dat een optometrist beschikt over alle apparatuur en de hulpmiddelen die nodig zijn om je goed te kunnen adviseren over Low Vision. Deze optometristen werken vaak in een ziekenhuis, een gespecialiseerde optiekzaak, een optometriepraktijk of in een regionaal centrum voor slechtziende en blinde mensen. Zij kunnen informeren over de vergoedingsmogelijkheden of als het nodig is doorverwijzen naar een regionaal centrum voor slechtziende en blinde mensen (Visio of Bartiméus). Bij deze centra kunnen ze je verder helpen met de praktische problemen die je ervaart door slechtziendheid en hoe je hiermee om kan gaan. Een optometrist die niet goed kan helpen, zal doorverwijzen naar een collega in de buurt.