Staar (cataract)

Staar

Staar is één van de bekendste oogziekten in de wereld en de meest voorkomende oogaandoening in Nederland. Simpel gezegd vertroebelt bij deze aandoening de ooglens. Deze lens - inwendig in het oog - wordt gebruikt om beelden optisch scherp af te beelden op het netvlies. Hij zit vlak achter de pupil en de iris. De ooglens kan vertroebelen doordat de eiwitten in de lens samenklonteren. Staar wordt ook wel cataract genoemd.
 

Leeftijd

In ons land hebben ongeveer 300.000 mensen staar. Door de toenemende vergrijzing stijgt dit aantal verder. Hoe ouder de mens wordt, hoe groter de kans op staar. Zo heeft 3 procent van de 55 tot 65-jarigen staar, maar komt de aandoening bij maar liefst 20 procent van de 85-jarigen voor.
 
Er zijn echter ook mensen die het al op jongere leeftijd ontwikkelen en kinderen die met een aangeboren vorm van staar rondlopen. De oorzaak van de staar zit hem dan uiteraard niet in de veroudering van de lens, maar in een erfelijke of een verworven oorzaak. Verworven staar kan ontstaan door een ziekte van de moeder tijdens de zwangerschap (bijvoorbeeld: rode hond).
 

Hoe herken je het?

In het beginstadium is staar niet altijd merkbaar. Stapsgewijs wordt de ooglens troebeler. Je gaat minder zien en het beeld wordt waziger. Ook ervaar je problemen met strooilicht en ben je steeds minder in staat contrast te zien. Zo heb je bij het kijken met één oog vaak last van dubbelbeeld of schaduwbeeld. Onder mensen met staar komt vaak ook gevoeligheid voor licht en slechter zien in het donker voor. Veel mensen melden dat ze last van tegenliggers hebben met autorijden ’s avonds of in de regen. Bij verder gevorderde staar vervagen de kleuren en heb je te maken met een steeds veranderende brilsterkte. 
 

Risicofactoren

70% van alle staaroperatie zijn bij mensen van boven de 70 jaar. Leeftijd is dus een ‘risicofactor’. Je geslacht speelt ook een rol, want vrouwen hebben meer kans op staar. Andere risicofactoren zijn:
  • Een ongezonde levensstijl, bijvoorbeeld door roken of fors alcoholgebruik
  • Diabetes
  • Overmatige blootstelling aan uv-straling
  • Ongezonde voeding
  • Hoge bijziendheid
  • Eerdere oogoperaties
  • Erfelijkheid (bij leeftijdsgerelateerd cataract 50%)
 

Wat kan de optometrist doen?

De optometrist kan je ogen onderzoeken om vast te stellen of er sprake is van (beginnende) staar. Als je door staar klachten krijgt met zien, kunnen een bril, contactlenzen of een vergrootglas tijdelijk het probleem oplossen. De optometrist kan je adviseren of dit voor jou een zinvolle oplossing is. Zo ja, dan kan de optometrist je een voorschrift geven voor brillenglazen of contactlenzen of deze voor je aanmeten.
De optometrist controleert de voortgang van je staar en adviseert wanneer verdere behandeling van de staar door de oogarts nodig is. Als staar niet behandeld wordt, neemt het zicht steeds verder af. 
 

Behandeling

De enige behandeling van staar is een operatie. De troebele lens wordt vervangen dan door een heldere kunstlens. De oogarts zal alleen overgaan tot een operatie als er te veel verstoring van het zicht is bij de dagelijkse activiteiten.
 

Meer informatie: