Diabetische Retinopathie

Diabetische Retinopathie (DR)

De beschadiging van het netvlies door diabetes wordt diabetische retinopathie (DR) genoemd. Het is een complicatie van diabetes mellitus, waarbij er veranderingen optreden in de bloedvaten van het netvlies. Die veranderingen kunnen zich uiten in twee verschillende vormen. Bij de ene vorm ontstaat lekkage van vocht en vetten uit de bloedvaten. De andere vorm ontstaat door verandering in de bloedvaten of zuurstoftekort in het netvlies. Als deze afwijkingen niet tijdig worden ontdekt en behandeld, kan slechtziendheid of blindheid het gevolg zijn. 
 

Leeftijd

In 2015 waren er ruim 1,1 miljoen mensen met diabetes bekend bij de huisarts. Dit aantal zal volgens het RIVM tot aan 2030 toenemen met meer dan 30%. Het Oogfonds meldt dat bij de meeste mensen met diabetes vroeg of laat diabetische retinopathie ontstaat. Dit geldt zowel voor mensen met diabetes type I als diabetes type II. Diabetische retinopathie (DR) is in westerse landen de meest voorkomende oorzaak van blindheid en slechtziendheid bij volwassenen in de leeftijd tussen de 30 en de 65 jaar.
 

Hoe herken je het?

Zelf merk je een licht stadium van diabetische retinopathie niet op. Vóórdat de diagnose diabetes gesteld wordt, kan merkbaar zijn dat het zicht wazig is en/of de brilsterkte schommelend (door de schommeling van de bloedsuikerwaarde). Een verhoogde bloedsuikerwaarde kan mogelijk lichamelijke klachten geven, zoals veel plassen, extreme dorst, vermoeidheid, jeuk en/of infecties. Het meten van de bloedsuikerwaarde kan bij de huisarts gedaan worden. Als eenmaal de diagnose diabetes is gesteld, volgt er een algehele controle bij de huisarts of diabetesverpleegkundige. Het oog controleren op diabetische retinopathie hoort bij die algehele controle. Meestal volgt hiervoor een verwijzing naar de optometrist.
 

Risicofactoren

Risico-verhogende factoren voor DR zijn hyperglykemie, het gebruik van insuline, een lange diabetesduur, etniciteit (Afrikaans of Aziatisch) en hypertensie. Bij een slecht gereguleerde suikerwaarde ontstaat sneller diabetische retinopathie. Het goed in de gaten houden van de diabetes kan dus de kans op retinopathie verkleinen. Gezonde voeding, verspreid over de dag eten en voldoende bewegen is dan een dringend advies.
 

Wat kan de optometrist doen?

De optometrist kan geregeld de conditie van het netvlies controleren op het al dan niet hebben van eerste tekenen van diabetische retinopathie of om de ontwikkeling van diabetische retinopathie te volgen. Belangrijk is dat diabetisch retinopathie in een vroeg stadium ontdekt wordt. Met de huidige behandelmethode, in combinatie met het vermijden van risicofactoren, kan de aanwezige diabetische retinopathie tot stilstand gebracht, vertraagd of verminderd worden. Daardoor hoeft slechtziendheid of blindheid geen automatisch gevolg meer te zijn. Voor patiënten met diabetes is een tweejaarlijkse controle verstandig. De optometrist weet wanneer een verwijzing naar de oogarts nodig is.
 

Behandeling

De drie belangrijkste behandelingen van de retinopathie zijn:
  • Met laserlicht lekkende bloedvaatjes dichtmaken om lekkage te verminderen en progressie te voorkomen.
  • Bij het lekken van de bloedvaatjes (vocht, vet, bloed) in het glasvocht kan vitrectomie een behandelmethode zijn. Bij vitrectomie wordt glasvocht uit de oogbol gezogen en vervolgens vervangen door speciaal vocht en gas. Het oog maakt na de operatie zelf nieuw helder glasvocht aan.
  • Medicijnen om vocht- en vetlekkage te remmen wordt door injectie in het oog gegeven. Beschadigd gebied bij diabetische retinopathie in het maculagebied kan namelijk lekkage van vocht en vet geven. Het gezichtsvermogen kan dan snel verslechteren.
De behandelingen zijn bedoeld om de diabetische retinopathie af te remmen en om ervoor te zorgen dat het aantasten van het gezichtsvermogen beperkt blijft.
 

Meer informatie: